-
1 die
n. dobbelsteen; stempel; matrijs--------v. sterven; overlijden; verdrinken; verlangen ("slang")die1[ daj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 matrijs ⇒ stempel; gietvorm————————die2♦voorbeelden:the dice are loaded against him • het lot is hem niet gunstig gezindone of the dice • een dobbelsteen————————die3〈 werkwoord〉1 sterven ⇒ doodgaan, overlijden, omkomen3 uitsterven ⇒ wegsterven, wegteren4 verzwakken ⇒ verminderen, bedaren♦voorbeelden:die from/of an illness • sterven aan een ziektedie hard • maar langzaam verdwijnen, niet opgevenbe dying for a cigarette • smachten/snakken naar een sigaret -
2 one of the dice
-
3 sice
n. nummer zes op een dobbelsteen; stalknecht, palfrenier, iemand die voor de paarden en paardenstal zorgt (in India) -
4 deuce
n. duivel; twee (op dobbelsteen)[ djoe:s]3 pech ⇒ ongeluk, onheil♦voorbeelden:2 who the deuce are you? • en wie ben jij dan wel?the deuce you won't • van zijn leven nieta/the deuce of a fight • een vreselijke knokpartij -
5 dice
n. dobbelsteen, blokje--------v. met dobbelstenen spelen, dobbelen; in dobbelstenen snijdendice1[ dajs] 〈 zelfstandig naamwoord〉→ die die/————————dice2♦voorbeelden:let's dice for it • laten we erom dobbelen/gooiendice oneself into a lot of money • een hoop geld bij elkaar spelen/dobbelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 cube
n. kubus; tot de derde macht--------v. tot de derde macht verheffencube1[ kjoe:b] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kubus ⇒ klontje, blokje♦voorbeelden:————————cube2〈 werkwoord〉2 in blokjes/dobbelsteentjes snijden♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Negativ — (Photo: Nindo Crossmedia) Background information Birth name Maurits Robert Delchot Born … Wikipedia